ZWIJNDRECHT
Het project uit 2018 / 2019
Source: Gemeente Zwijndrecht
Spoorzone Dordrecht - Zwijndrecht
vanuit het werkveld
MATTIJS VAN 'T HOFF
Roldocent Regionaal Planoloog
‘Realiteitsgehalte: Wat is reëel,
maar toch ook ambitieus?’
‘De grootste uitdagingen van de Spoorzone zijn de fysieke barrières in het gebied. In de Drechtssteden heb je het water dat deze scheiding vormt tussen Zwijndrecht en Dordrecht. Dat is ruimtelijk lastig om mee te werken.’ zegt Mattijs van ‘t Hof, roldocent regionaal planoloog.
‘Je merkt direct dat studenten met ingewikkelde plannen komen; stations over het water, onder het water. Er zijn miljoenen investeringen nodig om dat voor elkaar te krijgen. Wie gaat er in investeren? En waarom? Dat zijn vragen die beantwoord moeten worden. Veel studenten moeten nog een soort realiteitsgehalte ontwikkelen. Wat is nu voor zo’n plek reëel, terwijl je wel ambitieus moet zijn.’
‘Het is leerzaam om dit netwerk te leren kennen’
‘Voor mij is iedere case weer interessant en leer ik een bepaald gebied een stuk beter kennen. In mijn beroepspraktijk heeft dat ook een bepaalde waarde. Je ontdekt zo’n gebied en daardoor zie je welke kansen daar zijn. Het komt wel eens voor dat je daarop door pakt in de praktijk. Je raakt geïnteresseerd in het gebied, hebt contact met de gemeenten en/of de betrokken mensen. Het is leerzaam om dit netwerk te leren kennen.’
JORIS HEKKENBERG
Groepsdocent
MATTIJS VAN 'T HOFF
Roldocent Regionaal Planoloog
‘De plannen van de studenten kunnen gebruikt worden om de discussie binnen de gemeente aan te zwengelen’
Mattijs van ‘t Hoff: ‘Voor Spoorzone was er vanuit de gemeente een duidelijke opdrachtomschrijving. De opdracht werd meegegeven vanuit een ambtelijke aansturing, als vanuit de politiek (wethouders). Er werd enthousiast gereageerd op de plannen. Leuk voor de studenten om aandacht en betrokkenheid van de gemeente te hebben, maar vanuit de Drechtsteden zelf ligt er ook een echte vraag over de gebiedsontwikkeling bij de stationsgebieden.’
Ondanks dat de studenten maar 8 weken kregen kunnen de plannen bij de gemeente van waarde zijn volgens Van ‘t Hoff: ‘Vanuit de gemeente is het lastig om allerlei dingen ter discussie te stellen. De aspecten die de studenten ter discussie stellen, kunnen uiteindelijk gebruikt worden om de discussie binnen de gemeente aan te zwengelen.’
‘Je ziet heel goed de valkuilen en het opportunisme van de karakters’
‘‘De grootste waarde in ON5 is volgens mij dat je met elkaar in de breedste zin van het woord een goed project kan maken. Je leert je eigen standpunten naar voren te brengen zonder dat je andere te veel in de weg zit, omdat je anders merkt dat je weerstand krijgt. Dus dat proces van hoe halen we het beste uit elkaar, wordt erg duidelijk gemaakt. Het allermooist vind ik, dat studenten heel erg groeien in het proces. Ze spelen een inhoudelijke rol, welke in 3 weken snel wordt bijgespijkerd. Door deze rol kruipen ze eens in de huid van iemand anders. Je ziet heel goed de valkuilen, en het opportunisme van de karakters. Daarbij kan je als docent soms de vinger op de zere plek leggen. Studenten groeien naar een stukje zelfstandigheid tijdens ON5, en dat zal in de Master alleen nog maar meer worden.’
SJOERD WORTELBOER
Groepsdocent
Spoorzone is een waardevol gebied. De twee gemeentes moeten elkaar niet zien als concurrent, maar als verlengstuk van elkaar. Ik vermoed dat de twee gemeentes nóg dichter bij elkaar hadden kunnen komen tijdens ON5.
LIDIJA POTH
Groepsdocent
De naam “Moderne Deltastad” omschrijft de twee gebieden aan weerszijden van de Oude Maas als één geheel, in plaats van twee losse entiteiten. In dit plan worden alle ingrepen gedaan voor het gehele gebied en niet voor de losse gemeentes.
Het gebied heeft vijf “identiteitsdragers” gekregen, die een ruimtelijke uitwerking van specifieke gebieden omvatten. Ieder deel heeft een andere identiteit, wat gaat van een groene verblijfsruimte tot verkeersknooppunten. Deze punten zijn strategisch over het gebied geplaatst. Door de gebieden en problemen decentraal op te lossen, probeert dit team het diverse gebied te verrijken.
Groep 3, November 2018
Zahra Agbaria, Helene Bouwmeester, Halima El Bacha, Chahrazad El Otmani, Chiem Hollander, Jonathan Kruimer, Marijn Soeterbroek, Jonah van Delden, Jort van den Broek
Om tot een duidelijke visie te komen heeft dit groepje vijf problemen onderscheiden. Deze vijf problemen zijn op het gebied van kennis, economie, sociaal, verbindingen en milieu. De visie is vervolgens opgebouwd op basis van deze vijf problemen, wat dus vijf overkoepelende ingrepen oplevert. Zo bouwt dit groepje een kenniscentrum, een verkeershub, maken ze de spoorbrug autovrij en bouwen ze een “parkbrug” naast station Dordrecht, om de binnenstad te verbinden met het Weizigtpark aan de andere kant van de Oude Maas.
Groep 2, Juli 2019
Ban Tawfiq, Jeroen van Bussel, Amina Hasbi, Tom Stuiver, Manuel van der Veen, Ivo de Bruin, Iris Tjoa, Angela Smit, Simon Lut
Bloei; zelfst. naamw. (m) toestand waarin iemand of iets op zijn best is. Dit team wil Dordrecht en Zwijndrecht laten bloeien met een grote focus op leefbaarheid. Dit willen ze bereiken door het gebied een identiteit te geven, de sociale balans te herstellen, een duurzame en toekomstbestendige stad maken en door de barrières, zoals de spoor en de Oude Maas te verbreken.
Maar het onderdeel waar dit team vooral in uitmunt is de stijl. Met handtekeningen en een strak (pastel) kleurenbeleid springt dit groepje boven de anderen uit.
Groep 4, Juli 2019
Wessel de Jongh, Maria van der Togt, Sandra Baggerman, Aron Jansen, Alexander Witkamp, Sylvan Muijlwijk, Gabriella Wiersma, Hatice Yilmaz, Kees Leemeijer
Meer weten over de huidige status van Spoorzone in Dordrecht-Zwijndrecht?
In 2020 heeft Mecanoo een door de gemeente Dordrecht uitgeschreven prijsvraag gewonnen voor het plangebied. Zij mogen dus het uiteindelijke stedenbouwkundige plan van de “Spoorzone Dordrecht” ontwikkelen.
Het stadsbestuur wil tot 2022 6000 woningen ontwikkelen en daarna, in de periode tot 2030 nog eens 6000. Een paar gebieden bevatte al visies, plannen of enkel ambities. Mecanoo zal alle plannen samenbrengen en toevoegen tot één overkoepelende visie.
In juni 202 is de conceptvisie gepresenteerd. Hiervoor zijn vijf ambities geformuleerd. Veel van deze ambities zijn terug te leiden naar de studentenprojecten. Zo staat er in de visie dat barrières moeten worden opgeheven, met aandacht voor toegankelijke, voetgangersvriendelijke plekken en samenhang. Er wordt ingezet op een groter aanbod aan langzaam verkeer, openbaar vervoer en deelverkeer. Als laatste punt is er een grote aandacht voor duurzaamheid en groene, openbare ruimte. Een veelvoorkomend probleem in de studentenuitwerkingen was de brain drain van studenten naar andere steden, wat in de gepresenteerde plannen wordt aangepakt door het aantal HBO-studenten te laten stijgen.